Als moeder deeltijds werkt, is ze nooit meer op haar gemak

‘Als moeder deeltijds werkt, is vooral vader op z’n gemak’. Met deze boodschap maakte De Standaard mij vandaag wakker. Mijn maag draait spontaan bij het lezen van dergelijke uitspraken. En toch blijkt dit de realiteit. Wat is er toch aan de hand met die taaie rolverdeling?

Uit een onderzoek van de VUB blijkt dat deeltijds werken nauwelijks een oplossing biedt voor het realiseren van de moeilijke combine arbeid en zorg. Vrouwen gaan vaak deeltijds werken en krijgen nog vaker het quasi gehele huishouden op hun schouders. Mannen blijken uit de situatie hun profijt te halen door op die manier meer tijd op hun werk te spenderen.

We zijn 2016. Is er dan niets veranderd? Waarom stemmen vrouwen er zo dikwijls mee in om deeltijds te werken en de zorg voor de kinderen, het huishouden op zich te nemen? Waarom ontlopen mannen meer dan eens die verantwoordelijkheid? Waarom wordt deze rolverdeling zo weinig in vraag gesteld en wordt er nog minder aan veranderd? Waarom kiezen vrouwen voor een man – hun man – die lak heeft aan huishoudelijke en zorgtaken?

Het valt mij op dat tijdens discussies over dit thema vrouwen vaak het financiële argument bovenhalen. De man verdient meer, het is voordeliger als zij – de vrouw – deeltijds werkt en de zorgtaken op zich neemt. Ik vind dit behalve triestig een armzalig argument. Meer dan eens maken koppels heel enge keuzes. Ze engageren zich voor de aankoop van een net iets te groot (lees te duur ) huis, twee auto’s, etc. en zetten zich op die manier vast. Tijd is natuurlijk geld en beide zijn er niet. Dus moet er gewerkt , gepuzzeld en gerekend worden om het gezin draaiende te houden. Waarom investeert men niet in wat meer tijd en ervaringen dan in materieel goed? Leidt dat comfort tot zoveel geluk? Zorgen wat meer tijd en gezamenlijke ervaringen juist niet voor wat minder druk?

Het gemak waarmee vrouwen zich in die rol nestelen, stoort mij al eens. Wat als de relatie stuk gaat en je alleen – met je deeltijds loon – achterblijft? Hebben zoveel vrouwen dan geen behoefte aan een carrière, aan een zich ontplooien? Zijn dat allemaal bewuste keuzes van zoveel vrouwen? Ik vraag mij dit af.

Ja, er is wel wat veranderd. Meer mannen nemen tijdskrediet, helpen in het huishouden. Maar de macht der gewoonte is blijkbaar veel taaier dan die evolutie.

Wat ik ook heel frappant vind, en zeker tot nadenken stemt: deze discussie speelt niet bij alleenstaande ouders. Zij moeten het immers alleen klaren. De beide taken op zich nemen is hun leven. Is dit debat dan louter luxe? Ik vraag mij dat af.

 

Waarom alleenstaande moeders liever niet werken

In 2014 bedroeg de Belgische werkzaamheidsgraad voor samenwonende vrouwen tussen 25 en 49 jaar zonder kinderen 82,2%, tegenover 89,9% bij de mannen. Bij koppels met kinderen is het man-vrouwverschil groter. Bij samenwonende vrouwen met kinderen zien we een daling van de werkzaamheidsgraad (tot 78,5%), terwijl deze bij de mannen lichtjes toeneemt indien er ook kinderen aanwezig zijn (tot 90,8%). Dit wijst erop dat het nog steeds vooral vrouwen zijn die thuis blijven om de zorg voor de kinderen op te nemen. Alleenstaande ouders hebben het duidelijk moeilijker om de kinderzorg te combineren met betaalde arbeid. Bij alleenstaande moeders zakt de werkzaamheidsgraad tot 64%, bij alleenstaande vaders is nog 75,6% aan het werk. In deze groep is de genderkloof het grootst. Tot zover de gegevens van het Steunpunt Werk.
64% – dat is de werkzaamheidsgraad bij alleenstaande moeders. 64%. Niet eens twee derde. Dit lage cijfer is een doorn in mijn oog.
Een job is essentieel voor alleenstaande ouders. Een baan zorgt behalve voor een inkomen, voor een netwerk, sociale contacten, zelfontplooiing, een relatieve zekerheid voor de toekomst. Het niet hebben van een job leidt heel gemakkelijk naar sociaal isolement, naar (nog meer) armoede, naar een laag zelfbeeld. Een job biedt voordelen, voordelen waar ook alleenstaande ouders van overtuigd zijn. En toch reikt de werkzaamheidsgraad bij alleenstaande moeders maar tot 64%. Hoe komt dit? Wie zijn die resterende 36%? Werklozen, zieken, leefloners, bewust of onbewuste thuisblijvers? Wat is de motivatie van die vrouwen om niet te gaan werken?

Werken maakt arm
Uit de geciteerde cijfers blijkt dat het  voornamelijk vrouwen zijn die thuis blijven om de kinderzorg op zich nemen. Arbeid en zorg combineren is niet gemakkelijk, en al zeker niet voor alleenstaande moeders. Werken vraagt mobiliteit en flexibiliteit. Mobiel zijn is duur. Zowel openbaar als eigen vervoer kost een flinke duit. Bovendien wringt het openbaar vervoer met de vereiste flexibiliteit. Treinen of bussen moeten gehaald worden om tijdig op school, opvang te geraken. En is er dan wel een trein of bus op dat uur? Als je in een stad woont, verloopt dit parcours soms wat makkelijker. Maar hoe geraak je van een dorp tijdig op je werk, op school en terug? Flexibiliteit is mogelijks nog duurder.  Een alleenstaande moeder is in het beste – lees het duurste – geval zo flexibel als dat de opvang of studie open blijft. De kosten voor kinderopvang, naschoolse opvang en studie nemen een flinke hap uit het budget. Veel vaker kiezen alleenstaande moeders ervoor om hun kinderen niet in de opvang of studie te laten en opteren ze voor deeltijdse arbeid.  Het sop is immers de kool niet waard.  Wat ze meer verdienen als voltijdse kracht gaat quasi helemaal op aan opvang. Dat die vrouwen dan kiezen voor deeltijdse arbeid, kan ik goed begrijpen. Meer nog:  veel vrouwen – zie weer de cijfers – werken niet en de kosten  –  opvang en vervoer – die arbeid met zich meebrengt, zijn hierbij doorslaggevende argumenten. Alleenstaande moeders zijn vaak financieel beter af met een uitkering. Met een gemiddeld loon van een alleenstaande moeder raak je niet ver. Dat aan een dergelijke werkloosheisval niets gedaan wordt, dat kan ik niet begrijpen.

Werken maakt moe
Werkende alleenstaande moeders zijn moe. Aldoor moe. Zo klinkt de meest gehoorde klacht bij deze groep vrouwen.  Alles geven bij je werkgever, je kinderen opvoeden, huiswerkbegeleiding, een huishouden runnen, je hoofd leegmaken en dan ook weer opladen, taarten bakken, sporten, je haasten en onthaasten, en dan moet die Bernadette-trui nog gebreid worden – alles in je eentje: het is niet min. Betaalde hulp inroepen is niet aan de orde. Eén inkomen, weet je wel. En dus doen die alleenstaande moeders alles zelf. Tot de batterijen leeg zijn. Een netwerk kan hier van belang zijn. Maar juist die vrouwen hebben heel weinig sociale contacten. In welke tijd zouden ze dat moeten doen? Dat alleenstaande moeders louter op zichzelf aangewezen zijn, dat kan ik niet begrijpen.

Waar zijn de vaders?
Steeds meer alleenstaande moeders doen een beroep op DAVO om op die manier voorschotten op hun alimentatiegeld te krijgen. Alimentatiegeld wordt soms niet correct of helemaal niet uitbetaald. Ook gedeelde zorg blijkt in meer dan één geval een verre droom. Vaders heten dan uit beeld of druk. Het beeld van een alleenstaande ceo met een vlot lopende co-ouderschapsregeling en een flinke financiële bijdrage: wel, dat plaatje is niet het gemiddelde. Vaker komt het verhaal van vaders die hun verantwoordelijkheid ten opzichte van hun kinderen ontlopen, aan bod. Bijgevolg staan die moeders alleen. Ik kan dit niet begrijpen.

Wat doen de werkgevers?
Alleenstaande moeders zouden gebaat zijn met een flexibele werkregeling. Er zijn al werkgevers die gaan voor het nieuwe werken en op die manier onder meer tegemoet komen aan het mobiliteits- en flexibiliteitsprobleem van werkende alleenstaande ouders. Er zijn ook werkgevers die een soepel uurrooster propageren en hun gescheiden medewerkers meer laten werken in de weken dat ze de kinderen niet bij zich hebben en dan weer minder in de periodes dat de kinderen bij hen zijn. Femma stelt in die context de 30-uren week voor. Een bewonderenswaardig initiatief en beslist een antwoord op het arbeid-zorg vraagstuk. Mits wat bereidwilligheid zijn er mogelijkheden genoeg om het leven van werkende alleenstaande moeders wat gemakkelijker te maken. Niettegenstaande blijven heel wat werkgevers zich krampachtig vasthouden aan hun klassieke, vaak verouderde regeltjes. Een veranderde samenleving  vraagt veranderende structuren. Dat werkgevers zo stug en behoudsgezind blijven, dat kan ik niet begrijpen.

Ik vind geen job
Vooraleer over een flexibele uurregeling kan gepraat worden, moet je als alleenstaande moeder uiteraard eerst een job vinden. Wat zoeken ze? Wel: een baan, liefst van 8.30 tot de school afloopt, niet op woensdag, schoolvakanties zijn ook moeilijk, bij voorkeur in de buurt want vervoer is duur en tijdverlies, zeker op hun niveau, want onderbetaald worden kunnen ze zich  niet permitteren, geen weekend- noch avondwerk. Dat wordt geen gemakkelijke zoektocht  als werkgevers en beleidsmakers zich aan oude structuren vastklampen.

Een hoge 64%
En toch – onder deze bedroevende omstandigheden –  bedraagt de werkzaamheidsgraad bij deze groep vrouwen 64%.  64% – veel meer dan de helft, bijna twee derde zelfs. Dat is ferm. Alleenstaande moeders zijn geen zielige kwezeltjes, maar moedige overlevers. Overleven is één ding, een leven iets anders. Alleenstaande ouders verdienen een leven.
Toch zou ik de werkzaamheidsgraad  hoger willen  zien. Veel liever zou ik zien  dat de overheid, de vaders en de werkgevers wat meer inspanningen doen. Veel liever zou ik zien dat alle alleenstaande moeders beter worden door arbeid. Veel liever zou ik zien dat alleenstaande moeders beloond worden als ze werken, en niet afgestraft. Veel liever zou ik wat meer empathie zien.