Liefde overwint alles

20170405_150537De dag nadat mijn moeder stierf, vroeg mijn zoon of je kon sterven van verdriet. Hij was toen zeven. Ik weet niet wat mij het meest aangreep: dat hij die vraag stelde of dat hij eigenlijk het antwoord op die vraag kende. In dat kleine hoofd van hem speelde er zich van alles af. Stel je voor dat zijn moeder het ook nog begaf. Ik nam hem op mijn schoot en vertelde hem dat je inderdaad kon sterven van verdriet, van heimwee, van gemis, maar dat liefde alles overwint. En dat mijn liefde voor hem zo groot is dat ze altijd sterker zal zijn. Hij gunde mij een glimlach en leek gerustgesteld en eigenlijk wijzer. Nu, ruim zeven jaar later, zegt hij mij nog af en toe dat liefde alles overwint. En dan knipper ik eens met mijn ogen.
Mijn moeder wist ook dat je van verdriet kon sterven. Ik heb haar vaak horen vertellen dat haar vader stierf uit verdriet voor zijn vrouw en kinderen die eerder stierven. Ook zij knipperde dan eens met de ogen.
Toen mijn moeder stierf, was ik ziek van verdriet. En nu kan ik nog steeds die druk op mijn borstkas of die stekende pijn in mijn maag voelen. Verdriet doet zeer.

Nauwelijks twee weken geleden keerde ik terug van Tolo, liet ik weer achter wat mij zo dierbaar is. De laatste ochtend wandelde ik alleen naar de zee en daar voelde ik die stekende pijn in mijn maag. Op de terugweg stopte ik bij de bakker voor een latte. En we knipperden eens met de ogen. Later die dag, tijdens de vlucht naar Brussel, werd ik ziek. Koorts, hoesten.  Ineens. Zonder aanleiding. Of toch wel. Ik had verdriet, heimwee en miste zowat heel Tolo. Dan al. Tegen de tijd dat ik in België was, werd ik doodziek en kreeg een longontsteking. Mijn zoon zei dat ik weer helemaal in orde zal zijn als we terug zijn. Liefde overwint alles, weet je wel. Hij heeft ongetwijfeld gelijk. En voorlopig red ik mij met zijn liefde, met gember, citroen en honing, met muziek van Johnny Hallyday en ook wel met antibiotica. Alles komt goed.

Waar was ik?

Ik geloof dat ik mijzelf de afgelopen maanden wat kwijt was geraakt, dat ik mijzelf wat verloor in mijn werk. Vandaar dat het hier stil bleef. Zulke dingen gebeuren. Gelukkig wees Griekenland er mij op en ontdekte ik weer wat er echt van belang is: Griekenland – vanzelfsprekend, bakken, lezen, verhaaltjes en liefde natuurlijk. Mijn zoon was blij dat ik het niet meer over websites had, maar over het gebak, en over de schoonheid van Tolo en hij herkende mij weer toen ik dramatisch deed tegen mijn vrienden aldaar. Hij draaide weliswaar met zijn ogen toen ik één en ander vertelde aan de kapster, hij stak zijn armen in de lucht toen de mevrouw van de lekkerste koffiebar mij begroette en zijn mond viel open toen hij de reactie van Antonios zag toen deze laatste mij opmerkte. Maar hij was content: dat is zijn mama.
Zo, de komende weken kan je hier weer van alles lezen: over Griekenland, bakken, liefde en mijn zoon natuurlijk.

20170704_100111
Tolo, Griekenland

 

Kom terug

Ik ben geen expert in liefde, echt niet. Ik weet wel hoe het voelt: warm en ook onrustig. Ik weet ook dat het pijn doet. Soms.
Thuiskomen en direct weer weg willen. Naar daar. Daar, dat is mijn grote liefde. Daar in Tolo, waar de mensen mij hartelijk begroeten, daar waar ik lach bij de kapster, daar waar ik kourabiedes krijg als dessertje, daar waar de zee het mooist is, daar waar de crisis pijn doet, daar waar de mensen mij omhelzen en ik ze laat begaan, daar waar de onrust plaats maakt voor een aangenaam gevoel, daar waar de zon mijn grote vriend is, daar waar de halva het best smaakt, daar waar olijfolie hemels is en kaneel een andere dimensie krijgt, daar in Tolo.
Liefde is onlosmakelijk verbonden met gemis, ook dat weet ik. En dus wacht ik als een puber op een berichtje: kom terug.

kourabiedes
Kourabiedes

Gewenning in Tolo

Vreemd hoe vlug gewenning optreedt.
Na tien dagen Tolo vinden muggen mijn lijf niet langer aantrekkelijk. De beten verminderen en de daarbij horende allergische reactie evenzeer. Eeuwige liefde in muggenland bestaat niet. Ik dank God daarvoor. Of die eeuwige liefde bij de Grieken bestaat, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat er vlug en veel liefde is. Of ze langer duurt dan tot het strand en terug, daar denk ik niet eens over na. Ik wen aan hun dramatiek. Dat ik al eens zelf in dat bedje ziek ben, helpt natuurlijk. Ik begrijp melodramatisch doen. Als ik met iemand praat, raak ik hen altijd ergens aan. Ik had daar al een zekere aanleg voor. En als iemand een hand op mijn onderarm legt om te benadrukken hoe erg hij meent wat hij zegt, geloof ik hem. Ik wen ook aan de hitte. 33 graden is voortaan draaglijk, vanaf 38 graden vind ik het toch wat lastig. Tussen twee en zes kom ik amper buiten. De stad is dood. Sommigen rusten, anderen zoeken verfrissing op en velen werken onder een airco-installatie. Koffie drink ik in de ochtend, tijdens de dag drink ik liters water en bij het eten al eens wijn. Ik apprecieer anijs. In alles. Ik waardeer ook citroen. In bijna alles. Olijfolie is een prima middel in het haar – weet ik van een nieuwe vriendin. Ik wen er ook aan dat mijn Griekse vrienden van het Engels in het Grieks overschakelen en aannemen dat ik begrijp wat ze zeggen. Als ik in het Nederlands antwoord, geven ze dezelfde indruk. Onze gesprekken zijn intens, met veel gebaren en aanrakingen. Ik wen aan hun hartelijkheid, aan hun genegenheid en dankbaarheid. Ik wen aan hun aanwezigheid. Ik wen eraan dat ik zelf gemakkelijk toon hoe blij ik ben met hen. Ik wen aan de heerlijke groenten en fruit, de yoghurt, de honing, het koekje bij de koffie. Ik wen aan hun trots en begrijp dat ze het even niet over de crisis willen hebben.
Waar ik niet aan wen, is dat Petro en Antonios zonder helm blijven rondcrossen met die scooter. Dan draait mijn maag en heb ik schrik dat hen iets overkomt. Ik ben immers aan hun aanwezigheid gewend geraakt.

Knipsel

Wat maakt mij gelukkig of veeleer triest?

20170405_150537Vandaag publiceerde De Morgen een artikel over lonen van de Belgen, over het gemiddelde, over hoeveel, over bruto en netto. Dergelijke artikels verschijnen regelmatig en steeds lokken ze veel reacties uit: van mensen die zich of hun loon niet terugvinden in het stuk, die jaloers zijn of gefrustreerd, die gelukkig zijn bij de grote meute te horen of boven het gemiddelde uit te stijgen. Van dergelijke publicaties gaat mijn maag draaien. Maakt geld dan gelukkig? Ik denk het wel. Maar er is veel meer nodig dan geld alleen. Wat maakt mij gelukkig?

  • Mijn zoon, zijn liefde, zijn humor, zijn onhebbelijkheden, zijn kromme tenen, zijn onstilbare honger, zijn knuffels
  • Tolo
  • Gaan eten met mijn zus
  • Vliegen en vooral landen in Athene
  • Schrijven
  • Een kleedje, veel kleedjes
  • Bakken
  • Muziek
  • Lezen
  • De stem van Evert Venema
  • Koffie
  • Een mail van Tina
  • Lachen
  • Lippenstift
  • Staren naar de obers van Le Cosmopolitain in Roubaix
  • Een glas witte wijn
  • De zon
  • Een leuke opdracht
  • Bloemen
  • Solidariteit
  • Mooi Frans
  • Een bad

Wat maakt mij triest?

Gemis en een kapotte frigo

Fijne avond iedereen.

Groeten uit Tolo

Een blog schrijven uit Griekenland heeft toch een beetje het gevoel hier te wonen, te leven. Was het maar zo. Ooit. Ik kan hier wennen. Aan de zon, het weer, de mensen. Echt waar, ik heb hier vrienden. Ik praat met de mensen in een soort mengtaal van Grieks, Engels, Frans, gebaren en ook wat Nederlands. Mensen uit ‘mijn’ straat groeten mij. Een nieuwe vriend, Nikos’ zwaait en roept mij Kalimera tegemoet. Een oude vrouw van wat verderop buigt en groet en lacht als ik haar een goede avond wens. Het leven is hier anders. Heel erg anders. Mijn andere vriend alhier, Dimi, vertelt mij dat ze dingen voor elkaar doen zonder iets terug te verwachten. Dat heeft hij van zijn moeder geleerd. Over Dimi valt wel wat te zeggen – hij heeft enkele werkpunten, maar wie niet? – maar daar heeft hij gelijk in. Ik merk hier een hartelijkheid die ik behalve in Griekenland, zelden tegenkom. Op een dag heeft hij mij een tsoureki, een Grieks paasbrood, gekocht. Dat ontroert mij. En er ontroert mij hier al zoveel. Want ondanks de zon en het lekkere eten gaan de mensen heel erg gebukt onder de crisis.
Enkele jaren geleden vertelde Antonios van Romvi hier in Tolo aan The Guardian dat de reservaties van het hotel erg gedaald zijn, dat ze nauwelijks Griekse toeristen zien. En ja, in de media zie je dan beelden van bejaarden die aan een gesloten bank op hun pensioen staan te wachten. Dat beeld stoort hem een beetje, want dat is wat oudere mensen vroeger ook al deden: aan de deur van de bank staan wachten op hun pensioen.
De vader van Antonios neemt mij vast terwijl ik het artikel lees. “My son”, wijst hij naar de foto. Een trotse vader van een zoon die het min of meer redt. Als ik aan Antonios vraag hoe het nu gaat, antwoordt hij in een Engels dat erg op het mijne lijkt: “on the outside it looks better, but on the inside it’s even worse”. Ik begrijp wat hij bedoelt.
Als ik ’s avonds in bed lig en de Grieken beneden hoor zingen in een plaats vol van rook en ouzo, ruik ik bijna de tragiek. Maar het is van dat land, van die mensen dat ik hou.

Wil je mij volgen? Like dan zeker mijn facebook-pagina of volg mijn instagram-account

20170403_090649
Aan het terras van Romvi – Tolo