Voetbal is niet zo mijn ding. Ik ken er heel erg weinig van en het kan mij zelden boeien. De matchen van de Rode Duivels heb ik niet helemaal gezien. Ik word er heel erg nerveus van. En als jonge kerels zoals Eden Hazard het veld opkomen, denk ik aan hun moeder – hoe zij zich voelen. En ik krijg een krop in mijn keel. Naar programma’s over voetbal, de voor- en nabeschouwingen met Karl Vannieuwkerke en gasten, wel, vreemd genoeg kijk ik daar al eens naar. Die discussies, het gedrag van de gasten, de groepsdynamiek: het trekt vaak mijn aandacht. Over de genodigden valt wel iets te zeggen. Niet dat ik ze goed ken, maar ik hoor hen graag bezig. Geert De Vlieger is mijn favoriet. Een minzame man met de verkeerde colbertjes. Wesley Sonck is goedlachs en gaat voor zijn mening. Gert Verheyen is schaamteloos arrogant. Jan Mulder en zoon zijn passé, Franky Van der Elst streng en Imke Courtois baant zich prima een baan tussen al die ego’s. Met kennis, kunde en klasse. Karl Vannieuwkerke is een aangename gastheer.
Bon, gisteren speelde IJsland de veelbesproken kwartfinale van Euro 2016 tegen Frankrijk. Veelbesproken omdat IJsland, een heel erg klein voetballand, het zo ver geschopt heeft. En zoals dat zo vaak gaat: mensen nemen het op voor de underdog – tenzij ze in een economische crisis zitten. Naar aanleiding van die match was Arnar Vidarsson te gast bij Vannieuwkerke. Ik kende die man niet. Al vlug kwam ik te weten dat hij hulpcoach is bij Lokeren, vroeger zelf in diverse Belgische clubs voetbalde, in België woont en afkomstig is uit IJsland, zeer goed Nederlands praat, wel wat te zeggen heeft, niet onder de indruk is van Jan Mulder en er bijzonder goed uitziet.
Arnar Vidarsson: wel, wel. Mensen die zinnen zeggen als: als je met bescheiden middelen zoveel kan bereiken, is dat super’ – hebben bij mij sowieso een streepje voor. Zijn inbreng was verfrissend, zonder veel poeha, en met liefde voor jongens die geen stervoetballers zijn. Zijn blik boorde door mijn ziel. Met heel erg donkere ogen en zonder te verpinken vertelde hij dat er geen lijn is bij de Rode Duivels, dat ze niet gaan voor eenzelfde doel. En die eenheid, die groepsmentaliteit is net de sterkte van IJsland. Als voetbal is zoals Vidarsson wil ik er gaan van houden. Op twitter bekeek ik zijn omslagfoto: zijn glunderende kinderen. Mijn moeder zei altijd: aan de manier waarop mannen met hun kinderen omgaan, kan je zien hoe ze echt zijn. Mijn moeder had vaak gelijk. En Vidarsson heeft het helemaal bij mij gemaakt. Niet dat ik nu onmiddellijk naar de matchen van Lokeren zal gaan kijken, maar ik ben wel benieuwd geraakt of ze in IJsland goed kunnen bakken, of ze kaneel kennen en of ik er misschien eens naartoe moet. Met Arnar Vidarsson bijvoorbeeld. Dromen is zelden verboden.
Wil je mij volgen? Like dan zeker mijn facebook-pagina