Bach en de schilder

Kerstmis is het feest van de vrede. Dat zeg ik vaak, ook tegen mijn zoon. Waarop hij dan antwoordt dat hij veel liever jaren later geboren werd. Dan zouden al die oorlogen opgelost zijn. De naïviteit van een veertienjarige. Ik, niet meer zo naïef, zeg hem dat oorlogen van alle tijden zijn, maar dat we toch altijd ons best moeten doen voor de vrede. Door liefde te tonen bijvoorbeeld. Als hij op school aankomt, stuurt hij mij een sms: “Tot vanmiddag mama”. Een moederhand is rap gevuld.
Kerst is ook de tijd om wat verdraagzamer te worden. Daar denk ik aan als de schilder zijn auto voor de deur parkeert en de autoradio keihard aan laat staan terwijl hij in het huis aan het werk is. In de kamer waar hij plamuurt, staat het raam open. Op die manier kan hij genieten van zijn muziek, denk ik. Hier beneden klinkt kerstmuziek van Bach. Smaken verschillen. Ik maak geen opmerking over de radio, terwijl ik dat wel verschrikkelijk vind. Het is immers bijna kerstmis. Ik vraag hem of hij koffie wenst. Neen. Geen koffie dus. Ik zeg hem niet dat zijn radio stoort en dat ik stielmannen in huis verschrikkelijk vind. Ik zeg hem niet dat ik hem en zijn muziek tolereer omdat het Kerstmis is. Ik zeg hem niet dat mijn zoon en ik vinden dat Kerstmis het feest van de vrede is. Ik zeg gewoon niets en luister naar Bach.

Knipsel